De houten jas
Een lijkomhulsel, een kist, een mand, een lijkwade, een doos…
Tijdens het regelen van de uitvaart altijd weer een hoofdstuk apart. Veelal kan je na de kennismaking al wel een inschatting maken van een evt. keuze van een kist. De wensen van de overledene en de naasten i.c.m. de sfeer en de uitstraling waar je mee te maken krijgt. Typerend is de nuchterheid van de Friezen hierin. Niet overdreven maar wel netjes. Dan komt kistnr. 550 vanzelf naar boven. Massief grenen, met houten handgrepen en vlak deksel, strakke katoenen binnenbekleding, geschikt om evt. zelf nog te beschilderen. De meestgekozen kist.
De laatste jas van een timmerman is vaak van eiken of van steigerhout en die van een kunstenaar eigenzinnig. Veel natuurliefhebbers gaan voor een wilgentenen mand met een matrasje van wol en soms staat een eigengemaakte kist klaar in de garage en wordt deze in de dagen naar de uitvaart toe compleet beschilderd of beplakt. Van roze tot zwart en zilverkleur, met gaatjes (anders word ik zo benauwd) en met veertjes. Je kan het zo gek niet bedenken of we hebben het gezien.
Tijdens een voorgesprek laat hij me de kist zien die hij zelf gemaakt heeft. ‘Compleet beschilderd’ : zegt hij trots, terwijl ik op de hele kist geen spat verf kan ontdekken. Met twinkelende ogen haalt hij de deksel van de kist en ik zie over de gehele onderkant van het deksel een prachtige, naakte dame mei alles derop en deroan. Sa, seit er: ‘dan wurdt it fêst nofliker lizzen’.
Sjoerdtje de Haan, uitvaartonderneemster met een lach en een traan.