Het college van b&w van de gemeente Noardeast-Fryslân bracht dinsdag 16 april een bezoek aan ALNN (Agrarisch Laboratorium Noord-Nederland) in Ferwert.
ALNN zit sinds 2007 in Ferwert en houdt zich bezig met monstername, analyse en advies in de agrarische sector. Te denken valt aan grond-, mest- en gewasmonsters. Boeren kunnen met de adviezen van ALNN hun bedrijfsvoering optimaliseren. Het is een hiervoor geaccrediteerd lab en mag in die hoedanigheid ook werkzaamheden voor de overheid verrichten en werkt samen met Wageningen University & Research. De rijksoverheid gebruikt de data voor het toetsen en bijsturen van beleid.
Wet- en regelgeving
Directeur-eigenaar Jan Swart vertelde bevlogen over ALNN en de ontwikkelingen in de agrarische sector, die rechtstreeks doorwerken in de werkzaamheden van het lab. Derogatie, fosfaatdifferentiatie en bufferstroken zijn enkele overheidsmaatregelen waar ALNN al mee te maken kreeg en die de hoeveelheid en wijze van monsterneming sterk veranderden.
Flexibiliteit geboden
Het zorgt voor grote pieken in het werk, dat toch al niet met regelmaat komt. Monstername is weers- en seizoensafhankelijk. Zo worden grondmonsters vooral in de winter genomen, gewasmonsters in de zomer en mestmonsters het hele jaar door. Dit is veel werk dat deels wordt opgevangen door geautomatiseerde apparatuur die soms dag en nacht doordraait. Het vraagt daarnaast ook flexibiliteit van het personeel.
Momenteel zijn er 8 mensen werkzaam op kantoor. Twee zitten in Wageningen. In de buitendienst zitten 40 monsternemers, die veelal parttime werken en het vaak naast hun agrarische werk doen.
Eigen systeem
Om de ingewikkelde wet- en regelgeving goed en efficiënt toe te kunnen passen, heeft ALNN in samenwerking met RVO een eigen geautomatiseerd systeem gemaakt. Met machtiging van de boeren kan ALNN rechtstreeks in hun percelen kijken voor de monstername. Iedere keer als er nieuwe wetgeving komt, moet het systeem weer worden aangepast. Met smart zit het lab daarom te wachten op de aanleg van glasvezel, zodat het ook in de toekomst de automatisering verder door kan zetten. Verder denkt het bedrijf na over uitbreiding in sectoren; het kan ook een rol spelen in het (bemonsteren van) grondverzet.
Het college liet zich met belangstelling rondleiden door het geautomatiseerde lab en was onder de indruk. Burgemeester Johannes Kramer bedankte Jan Swart namens het college voor zijn bevlogen verhaal, ook over ontwikkelingen in de agrarische sector.
