De belangstelling van natuur als recreatieve locatie is toegenomen. Daarnaast laten recreanten zich leiden door het eigene van een bepaalde streek of een bepaald gebied. Door de ontwikkelingen in het Bûtefjild, is het gebied aantrekkelijker gemaakt voor recreanten en zijn er “skûltsjes” gecreëerd die het karakter van het gebied versterken. Juist de combinatie van goed ondernemerschap met kennis van natuur en landschap kan leiden tot kwaliteitsverbetering. Dit is ook goed naar voren gekomen in de ontwikkeling van het Bûtefjild. Nynke Rixt Jukema heeft met haar ontwerp veel rekening gehouden met de kenmerkende eigenschappen van dit gebied.
Vanuit het project ontstond de wens om op logische plekken langs de Bûtefjildroute pleisterplaatsen (op- en afstappunten en aanlegplekken) te realiseren. Op deze manier kunnen de passanten in het gebied gereguleerd worden. Bij de inrichting van de pleisterplaatsen is gebruik gemaakt van beeld- en vormentaal die verwijst naar de verhalen waar het gebied zo rijk aan is. Deze beeld- en vormentaal is vastgelegd in een huisstijl die op meerdere locaties in het Bûtefjild en aan de sloepenroute terug komt. De zorgvuldig gekozen locaties faciliteren zo niet alleen de overstap van land naar water en water naar land, maar nemen passanten direct mee in- en maken ze nieuwsgierig naar de verhalen van Wetterwâlden-Bûtefjild. Het uitgangspunt daarbij is dat de pleisterplaatsen in hun vormgeving en landschappelijke inpassing (op vaak historische kruispunten) het verhaal van het gebied vertellen en versterken. De pleisterplaatsen kunnen een combinatie zijn van een landmark, informatiepunt en schuil- en zitgelegenheid: een zogenaamd ‘skûltsje’.
Overzicht en uitzicht
Een skûltsje is onderdeel van een pleisterplaats en geeft de passant de mogelijkheid om even te schuilen. Op de verschillende punten wordt nu niet alleen meer de overstap van land naar water en water naar land gefaciliteerd, maar recreanten worden direct meegenomen in- en nieuwsgierig gemaakt naar het verhaal van het gebied. Bij de gekozen locaties was er ruimte voor een integrale benadering van het gebied. Zo is er bij het Koekoekspaad gekozen om de bestaande uitzicht bult af te graven en te vervangen door een uitkijktoren. Door de paddenstoelvormige bamboetoren aan de binnenzijde van de bank te plaatsen is er een vorm van een overkapping ontstaan en kunnen de gebruikers van de bank schuilen. Er ontstaat niet alleen meer overzicht maar ook meer uitzicht over het prachtige landschap. In het gebied van het Klaasslúske en het land van Harm en Okje is er aan de binnenzijde van de bank een walnootboom geplant. Op dit moment zijn de bomen nog klein maar deze snelgroeiende soort zorgt in de toekomst ook voor een schuilplek. Tevens blijken muggen en vliegen niet van de geur van de walnoot te houden en biedt de boom daardoor bescherming tegen muggen en vliegen.
Verbinding met het riet
Natuurlijk is er tijdens het proces gezocht naar een gezamenlijke identiteitsdrager. Die is gevonden in de ronde zonnedauw (Rûnbled miggefangerke) Een uniek vleesetend plantje die in het gebied voorkomt en welke zich kenmerkt door zijn vele stipjes. Naast het gebruik van stipjes in de grafische uitingen is er gekozen alle elementen uit te voeren in een bruine kleur. Deze terughoudende kleur maakt een verbinding met het riet wat in alle deelgebieden voorkomt.
Hopelijk wordt door de toevoeging van deze inrichtingselementen het Bûtefjild niet alleen toegankelijker maar ook niet meer gezien als een verzameling deelgebieden. En voelen de bezoekers van het gebied zich veilig, welkom en zien ze het gebied als één samenhangend natuurgebied.