Burgemeester Johannes Kramer was op 6 oktober samen met de vijf dorpen- en wijkencoördinatoren van de gemeente Noardeast-Fryslân aanwezig in Den Haag bij de slotbijeenkomst van het landelijke onderzoek Horizontaal en verticaal vertrouwen in Nederland. Dit was een vervolg op een onderzoek in 2021 over Aan- en Afgehaakt Nederland.
Het onderzoek, uitgevoerd door kennisinstituut Movisie in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), richtte zich op de vraag hoe het in Nederland gesteld is met het vertrouwen tussen burgers onderling en het vertrouwen van burgers in de overheid.
In de afgelopen twee jaar sprak Movisie met inwoners, professionals, ambtenaren en bestuurders in vier gemeenten: Noardeast-Fryslân, Arnhem, Zeeuws-Vlaanderen en Capelle aan den IJssel. De inzichten uit al deze gebieden leiden tot concrete adviezen aan zowel lokale overheden als het Rijk over hoe vertrouwen versterkt en herwonnen kan worden.
Een van de conclusies is dat vertrouwen ontstaat door zichtbaarheid en nabijheid van bestuur en professionals. Mensen willen zich graag gezien, gehoord en begrepen voelen. Daarom moet er goed en genoeg personeel zijn in de frontlinie en is het belangrijk om vaste gezichten te hebben. Deze mensen moeten meepraten als er nieuw beleid gemaakt wordt, zodat beleid en uitvoering beter op elkaar aansluiten. Niet alleen de gemeenten, maar ook de provincie en het rijk moeten hun gezicht meer in de regio laten zien om te ervaren hoe het er werkelijk aan toe gaat. Ook moet het beleid consistent zijn, en niet steeds veranderen. Samen moeten we actief met problemen aan de slag. Dat zijn belangrijke dingen om vertrouwen te kunnen herstellen.
Mienskip als inspiratiebron
Tijdens de slotbijeenkomst werd het Friese begrip “mienskip” met bewondering genoemd. Friesland laat zien dat gemeenschapszin hier diep geworteld is. Gemeente Noardeast Fryslân maakt daarbij gebruik van dorpen- en wijkencoordinatoren die verbindingen leggen, onderhouden en waar nodig herstellen.
Burgemeester Johannes Kramer: “It moaie fan ús mienskip is dat minsken nei inoar omsjogge. Wy binne grutsk op ús minsken en op ús eigen koördinatoaren dy’t dêr de doarpsbelangen en wykrieden by helpe. Dat wy no as foarbyld neamd wurde yn in lanlik ûndersyk, is in prachtige erkenning foar ús wize fan wurkjen.”
Dicht bij de inwoners
In Noardeast-Fryslân wordt er gewerkt met korte lijnen tussen inwoners en gemeente. De dorps- en wijkencoördinatoren (en bedrijvencontactfunctionarissen) zijn daarin onmisbaar. Zij kennen de dorpen en wijken, weten wat er speelt, en brengen signalen uit de samenleving direct over naar het gemeentehuis. Hierdoor gaat er meer energie naar de projecten en minder naar “het proces”. Andersom zijn zij het gezicht van de gemeente naar buiten.
Een mooi voorbeeld is de Oanhekker. Dit is een mobiele ontmoetingsplek, een soort schaftkeet, waarmee de gemeente de dorpen en wijken intrekt. Zo gaat de gemeente naar de inwoners toe om te horen wat hen bezighoudt en waar behoefte aan is.
Samen investeren in leefbaarheid
De gemeente werkt nauw samen met dorpsbelangen en wijkraden. Elk dorp of wijk heeft een eigen coördinator als eerste aanspreekpunt. Daarnaast is er het Dorpen- en Wijkenbudget, een laagdrempelige regeling waarmee inwoners hun wensen voor de leefomgeving kunnen realiseren. Daarmee kunnen initiatieven van onderop tot bloei komen.
Ook in de andere regio’s die deelnamen aan het onderzoek kwamen waardevolle aanbevelingen naar voren. Het ministerie van BZK heeft aangegeven blij te zijn met de inzichten en zal met de genoemde uitdagingen aan de slag gaan.